Het gemeentebestuur van Benidorm heeft besloten dat eindelijk de wortels van de stad moeten blootgelegd worden. Wat nu de wereldstad Benidorm is, onstond in 1325 toen de door de koning aangestelde feodale heer van de streek, admiraal Bernat de Sarrià, een kasteel liet bouwen op de rots Canfali en christelijke families naar de plek haalde om de stad te bevolken.
Bijna zeven eeuwen later gaat men op zoek naar de resten van dit kasteel, de wieg van het huidige Benidorm, dat eens stond op de plek die nu nog het castillo wordt genoemd en een druk bezocht uitzichtpunt is.
Om die wieg te ontdekken wordt het hele populaire plein, de Plaça del Castell, nu ondersteboven gehaald en archeologen zullen hier nog het hele jaar aan het werk zijn. Alles werd in gang gezet door de wethouder voor Cultuur, Ana Pellicer, die een jaar geleden met het idee kwam, maar het probleem was het geld. Het onderzoek kost 1,2 miljoen euro, maar de Euopese Unie was bereid om de helft bij te dragen.
Het kasteel diende als bescherming tegen de invallen van de zeerovers en werd bezet door de troepen van Napoleon in het begin van de negentiende eeuw, toen de Fransen Spanje waren binnengevallen. Het kasteel werd daarop beschoten door de Engelse vloot, die ernstige schade toebracht. De ruïne bleef daar staan tot 1928, toen het toenmalige gemeentebestuur besloot om het huidige plein met de balustrade aan te leggen en de resten van het oude kasteel daaronder bedolf. Het enige wat nog zichtbaar bleef en blijft is een deel van de muur langs de zeekant, boven de playa del Mal Pas en de waterput waaronder het waterreservoir lag.
Kleine onderzoeken in 1993 en 2014 gaven als resultaat dat onder het huidige plein nog voldoende resten liggen die wellicht de moeite lonen om zichtbaar te worden gemaakt voor het publiek en het allereerste gebouw van Benidorm in herinnering te halen.
