Als men de hal van het gemeentehuis van Alicante binnenkomt is het eerste wat opvalt het geweldige beeld van Salvador Dalí. Daarnaast valt die steen in de vorm van een kubus niet op. Maar die steen is wel heel belangrijk voor de hele Spaanse geografie. Dat begon zo’n 150 jaar geleden.
In 1870 werd het Nationaal Instituut voor Geografie in Spanje opgericht, met als doel een exacte kaart te verkrijgen van het grondgebied. Daarvoor diende men een systeem van coördinaten te ontwikkelen om de officiële cartografie vast te leggen. Om een hoogte te berekenen diende men zich te richten naar de quota 0 en daarvoor werd Alicante gekozen, waar het verschil tussen de hoogste en laagste waterstand slecht 20 centimeter bedroeg, het kleinste verschil van heel Spanje.
Vanaf dan werd Alicante het uitgangspunt voor de te berekenen hoogte van gelijk welk punt in Spanje en op diverse plaatsen in Spanje werd die hoogte op borden aangegeven, zoals in 428 treinstations.
Die steen in het gemeentehuis van Alicante geeft sinds 1874 met een bronzen nagel de quota 0 aan en vanaf daar wordt dus iedere hoogte berekend, heel nuttig bij de aanleg van kanalen en andere infrastructuur die met water te maken had. Niet helemaal, want de oorspronkelijke meting begint bij de trappen van de koningin aan de haven. De steen werd echter naar het gemeentehuis gebracht, waar hij 3,4095 meter te hoog ligt.
Aan de hand van die gegevens werd in 1875 de eerste cartografische kaart van Spanje uitgegeven op een schaal van 1:50.000. Ondertussen geven vele gebouwen de hoogte van hun ligging vanaf der zeespiegel aan met borden, zoals de kathedraal van Wstorga, de nationale bibliotheek in Madrid, het Alcázar van Sevilla, de Puerta de Alcalá…
