BENIDORM. Benidorm roept deze zomer herinneringen op uit zijn rijk toeristisch verleden. In de jaren ’50 was Benidorm de eerste stad ter wereld die zich richtte naar het massatoerisme en het ontwerp voor het bouwen van die stad speciaal aanpaste aan dat toerisme. Dat precies Benidorm dé Europese en later intercontinentale vakantieplaats zou worden, was al aan te voelen lang daarvoor.
In de negentiende eeuw werd in Benidorm het Hostal la Mayora (1865) opgericht. De eerste toeristische referenties naar Benidorm verschenen in 1903 in het boek van Christian August Fischer ‘Gemalde von Valencia’. In 1852 wordt Benidorm in de ‘Nieuwe Gids voor de Badgast in Spanje’ door Don Aureliano Maestre de San Juan omschreven als een van de mooiste plaatsen van de kust van Alicante en in 1853 verschijnt Benidorm alweer in de ‘Verhandeling van Minerale Bronnen’ in Spanje, die gewijd is aan het in opkomst zijnde gezondheidstoerisme van de Baden van Busot.
In de tweede helft van de negentiende eeuw werd het ondertussen verdwenen kuuroord ‘Virgen del Sufragio’ voor het publiek geopend, met als doel reizigers te herbergen uit Alcoy, Madrid en andere plaatsen in Spanje, die naar Benidorm kwamen om in zee te baden.
Met het Bestemmingsplan uit 1956 werden de lijnen van Benidorm geschetst zoals die er vandaag de dag uit zien. Het betrof een horizontale aanpak, gebaseerd op een klassiekere lijn van lage gebouwen, zoals appartementen, chalets en hotels die vanaf dat moment tot de eerste jaren van de jaren zestig gebouwd zouden worden. De drijvende kracht achter het Bestemmingsplan van 1956 was burgemeester Pedro Zaragoza i Orts, die door vele experts in toerisme beschouwd wordt als visionair, vanwege het project dat hij voor de stad ontwierp. Bovendien was hij de eerste burgemeester van Spanje die het gebruik van de bikini tolereerde en gedurende zijn 17-jarige ambtstermijn stelde hij een authentiek promotieplan in werking om het toeristisch imago van Benidorm, door middel van het emblematische ‘Festival de la Canción’ (songfestival), en daarmee ook Julio Iglesias, in de rest van de wereld bekend te maken.
Het was in die jaren dat het massatoerisme Benidorm bereikte en de stad wereldbekendheid gaf. Toen werden ook de eerste luxe-hotels geopend. Hoe die er uit zagen, kunnen we nu bekijken in het museum Boca del Calvari, dat een speciale expositie opzette onder de titel ‘Benidorm, Hoteles del Paraíso’ (Benidorm, hotels van het Paradijs), een overzicht van hoe men verbleef in die hotels tussen 1954 en 1964. Bij de opening van de expositie verklaarde wethouder voor Historisch Patrimonium, Ana Pellicer, dat er geen beter ogenblik gekozen kon worden dan dit moment waarop Benidorm weer zijn toeristische genoegens kan laten smaken, na maanden lang door een virus lam gelegd te zijn.
Met verklarende panelen gaat de toerist van 2020 ongeveer zestig jaar in de tijd terug en kan, dankzij allerlei materialen uit het gemeentelijk archief, een indruk opdoen van hoe zijn grootouders hun vakantie in Benidorm doorbrachten. De expositie is dagelijks open van 18 tot 23 uur en iedere dertig minuten zijn er geleide bezoeken met maximum tien personen. De entree is gratis. Bezoekers kunnen nog meer bekijken op de online catalogus, die kan afgeladen worden met de code QR.
