Een van de grote toeristische emblemen van de Costa Blanca sluit zijn deuren. Casa Pinet, het historische restaurant in Tárbena, bekend als ‘bij de communist’, dat enkele jaren geleden afzakte naar Alcalalí, geeft er de brui aan. Sinds het restaurant verplicht werd om in Tárbena zijn deuren te sluiten en opnieuw opende in Alcalalí, maar nu met de zoon in plaats van met de bekende Pinet met de alpimomuts en de ontbrekende hand, ging het steeds slechter.
In Tárbena, in het zogenaamde «Santuario del País Valencià», aten een hele reeks bekende nationale en internationale personaliteiten uit de politiek en variété. Maar vanaf 1974, toen Jerónimo en Anita het restaurant-museum openden, stopten hier autobussen en de jeep safari´s in massa en werd het een van de bekendste excursies van het hele noorden van de provincie.
Casa Pinet, ook wel het Hostal del Poble genoemd, maakte de politiek gastronomisch of de gastronomie politiek. Duizenden toeristen vermaakten zich met de ontvangst van Pinet en genoten van de kookkunst van Anita, die op dat gebied enkele prijzen won.
Het hele restaurant was ook een museum, niet alleen over de streek, maar ook souvenirs uit alle werelddelen die de bezoekers daar achter lieten.
Maar enkele jaren geleden besloot het gemeentebestuur van Tárbena dat op die plaats het nieuwe gemeentehuis zou komen en Pinet vloog er uit. Hijzelf ging met pensioen en zijn zoon zette de zaak verder in Alcalalí, maar het succes bleef uit. Het was ook anders. Geen bergritje naar het restaurant en vooral… Pinet zelf was er niet meer. Het was anders. Na vijftig jaar een toeristische trekpleister te zijn geweest moet met het opgeven. De pandemie en de daaropvolgende inflatie brachten de nodige moeilijkheden en Pinet vertrekt. Maar niet met stille trom. Op 17 december organiseert men een afscheidsdiner waarvoor men zich kan inschrijven. Zoals Pinet zelf het uitdrukt: “Het wordt een afscheid van een halve eeuw die geschiedenis heeft geschreven en we nemen afscheid met trots voor wat we de afgelopen decennia hebben betekend voor het toerisme en Tárbena, waar het gemeentebestuur helaas geen dank voor heeft opgebracht.”
