Inicio Nieuws De ‘Reyes Magos’, de Spaanse sinterklazen

De ‘Reyes Magos’, de Spaanse sinterklazen

15 minuto leer
106

Vol verwachting klopt hun hart. Het hart van de Spaanse kinderen. Niet op 5 december in afwachting van de brave sint, zoals het hart van de Nederlandse en Vlaamse kinderen, maar op 5 januari, want dan komt ‘hun sint’, al zijn het drie sinten, de Drie Koningen, de ‘Reyes Magos’, letterlijke vertaald de ‘magische koningen’.

Net als onze sint komen ze geschenken brengen, die enkele dagen daarvoor door de kinderen op een lijstje werden gezet en overhandigd werden aan de koninklijke page, die in ieder dorp en iedere stad die briefjes komt ophalen om ze aan hunne masjesteiten te overhandigen. Of aan…

Die koningen komen dan inderdaad met hun geschenken, niet stiekem door de schoorsteen maar met veel vertoon, op de avond van 5 januari met de cadeautjes aandraven. De manier waarop ze komen hangt af van de plaats. Ze kunnen gewoon op hun paarden of soms zelfs kamelen statig het dorp binnenrijden, vergezeld door hun onafscheidelijke zwarte knechten de plaatselijke fanfare, maar ze kunnen ook opteren voor een helikopter en in de ‘plaza de toros’ landen in grote steden, want ze zijn helemaal niet gekant tegen de vooruitgang; ze kunnen arriveren met de trein of de boot of op praalwagens. In grote steden als Madrid, Barcelona of Alcoy worden ze onthaald met veel eerbetoon en is hun intocht een spektakel, een kleurrijke optocht die uren duurt en tal van folkloristische ingrediënten bevat.

Er zijn nog andere verschillen met onze Sinterklaas. Ze komen in de vooravond van 5 januari en verdwijnen diezelfde nacht rond middernacht spoorloos tot volgend jaar. Ze zetelen geen maand lang in grootwarenhuizen, nee, ze zijn slechts enkele uren zichtbaar, maar precies die korte tijsdpanne maakt van hun aanwezigheid één groot feest. Uren op voorhand staan de kinderen al langs het traject in de grote steden, om zeker maar op de eerste rij te staan als de drie grote kindervrienden voorbij komen. Je ziet ze tenslotte maar één keer en dan nog heel kort, dus loont het de moeite om het geduld op de proef te stellen.

De Drie Wijzen uit het Oosten, zoals ze bij ons bekend zijn, zijn traditioneel de drie koningen die het kindje Jezus kwamen aanbidden in Bethlehem en geschenken brachten die iedereen ondertussen kent: goud, wierook en mirre.

De evangelisten spreken echter alleen maar van ‘wijzen’, van ‘magos’, maar ze hebben geen namen genoemd en ook niet vermeld dat het koningen waren. Het was pas vele eeuwen later dat ze tot koningen werden gebombardeerd en namen kregen.

Volgens sommige katholieke bronnen waren het afgevaardigden van andere religies, van volkeren uit de streek, als voorbode van al de volkeren die het christelijke geloof mettertijd zouden aanvaarden.

De Spaanse benaming ‘magos’ zou komen van het Latijnse ‘magi’, dat dan weer overgenomen was van het Griekse ‘magoi’, dat afstamde van het Perzische ‘magushu’, dat… maar het zou ons te ver leiden om de oorsprong van het woord te gaan opzoeken en dat is ook niet relevant.

De komst van de drie wijzen wordt vermeld in het Nieuwe Testament, hoewel het alleen de evangelist Mattheüs was die hen aanhaalde, al geeft hij geen aantal en geen namen. Volgens hem zouden ze de ‘ster die bleef stille staan’ hebben gevolgd en zochten ze de koning der joden die net geboren was in Jeruzalem, maar de ster leidde hen naar Bethlehem, waar ze hun gaven konden overhandigen.

Bethlehem is in het Spaans ‘Belén’ en dat is in Spanje ook een doodgewone meisjesnaam. In Spanje zijn er, vooral voor de meisjes, een groot aantal namen die in dit land heel gewoon zijn, maar die heel raar klinken als we ze zouden vertalen in het Nederlands. Kennen we bij ons een meisje dat Bethlehem heet? Of Pijn? (Dolores). Of Dauw (Rocío). Of Maagd? (Purísima). Of Sneeuw? (Nieves). En zo zijn er nog talloze andere namen die allemaal een reële betekenis hebben, maar ze allemaal opsommen zou ons te ver leiden. Laat ons bij de koningen blijven.

Volgens interpretaties die later werden gegeven, waren de drie wijzen afkomstig uit Europa, Azië en Afrika, meer bepaald als vertegenwoordigers van die continenten. In het laatste boek dat paus Benedictus XVI schreef over Jezus, ‘De Jeugd van Jezus’, alsof hij er zelf bij was geweest, meent hij dat de drie wijzen wellicht niet uit het oosten kwamen, maar uit Tartessus, een historisch gebied tussen de zuidelijke Spaanse provincies Huelva, Cádiz en Sevilla. Ze zouden op kamelen gekomen zijn, hoewel die toen nog niet aanwezig waren in Spanje en ze zouden ook de os en de ezel hebben meegebracht. Science fiction uit het verre veleden.

De secretaris-generaal van de Episcopale Conferentie, monseigneur Juan Antonio Martínez Camino, verklaarde echter dat de paus niet zegt dat de drie wijzen Andaloesiërs waren, wat Spanje een bevoorrechte plaats zou bezorgen in de katholieke wereld, maar alleen zoekers naar de waarheid. Ze vertegenwoordigden de mensheid uit alle werelddelen, maar in die tijd was de westelijke grens van de wereld het Andaloesische Tartessus. De oorsprong van de stad is in legenden gehuld maar ze bestond bijna zeker al in het tweede millennium voor Christus. In de Bijbel komt de stad voor onder de naam Tarsis.

Er is geen enkel Spaans kind met een normaal IQ dat niet de namen kent van de weldoeners. Ze hebben dan ook ieder hun eigen karakteristieken en de kinderen kunnen ze één voor één aanwijzen en hun namen noemen. Niemand weet hoe ze aan die namen kwamen en wie ze gaf. De eerste referenties vinden we in de vijfde eeuw in twee teksten. In de ‘Excerpta latina bárbari’ worden ze Melichior, Gathaspa en Bithisarea genoemd en in een Armeens evangelie vinden we ze terug als Balthazar, Melkon en Gaspard.

De eerste keer dat we de namen zien in onze westerse wereld is in de kerk van San Apolinar Nuovo in het Italiaanse Ravenna. Op een fries zien we een mozaïek uit het midden van de zesde eeuw met een processie van maagden, geleid door drie mannen, gekleed volgens de Perzische mode en hun namen worden genoemd: Gaspar, Melchior en Balthassar…

Sint Helena van Constantinopel, moeder van de Romeinse keizer Constantijn de Grote, zou de vermeende stoffelijke resten van de Wijzen naar Constantinopel hebben overgebracht na haar bezoek aan Palestina. Hoe de drie wijzen aan hun einde kwamen, wie ze heeft begraven en waar… daarover is niets bekend. Dus kunnen we ook Sint Helena moeilijk geloven. In het jaar 344 zouden die stoffelijke resten naar Milaan zijn overgebracht, waar ze lange tijd werden vereerd. Toen de Goten en de Hunnen binnenvielen, werden de relieken door de Milanezen verborgen, maar in de twaalfde eeuw kwamen ze weer aan de oppervlakte. Niet voor lang. Tijdens de belegering van de stad door keizer Barbarossa werden ze opnieuw verborgen in de klokkentoren van de San Giorgio al Palazzo. Ze werden er echter door Barbarossa gevonden en twee jaar later werden ze in opdracht van de Keulse aartsbisschop Rainald von Dassel naar Keulen overgebracht en kregen ze een plaats in de oude dom, met als gevolg dat dit een bedevaartsoord werd.

Marco Polo (1254-1324) beweerde in de dertiende eeuw de originele graven van de wijzen te hebben gezien in Saveh, een Perzische stad ten zuiden van Teheran. Of dit serieus genomen moet worden is echter, zoals bij wel meer van Marco Polo’s beweringen, de vraag.

Tussen 1190 en 1220 werkten verschillende kunstenaars aan het schrijn waarin de relieken werden bewaard, het grootste middeleeuwse reliekschrijn dat ooit werd gemaakt met meer dan duizend edelstenen.

Het schrijn werd in 1864 voor het laatst geopend. Er werden enkele munten gevonden met de beeltenis van Filips I van Heinsberg en een groot aantal beenderen. Onderzoek wees uit dat het beenderen van drie mannen waren: een jongen van twaalf jaar, een man van 25 en een man van ongeveer 50. Opa, vader en zoon? Na het onderzoek werden de beenderen in zijde gewikkeld en teruggeplaatst in het schrijn, dat zich in de nieuwe dom van Keulen bevindt en nog steeds vereerd wordt door vele pelgrims. Dit is een uittreksel uit het boek ‘FIESTA in de provincie Alicante’, een van de vele boeken van de hand van Hugo Renaerts over Spanje en de Costa Blanca, met een beschrijving van de bekendste feesten in de provincie, hun oorsprong, geschiedenis en verloop, en te bestellen via bol.com

Cargue Artículos Más Relacionados
Cargue Más En Nieuws
Comentarios cerrados

Mira además

Het duurste dorp van de Costa Blanca

De statistieken liegen er niet om. Ze wijzen uit dat wonen in Teulada-Moraira het duurste …